24
onbewoond en onbewerkt gebleven. Vaal-bruin, boomloos
en ontoegankelijk strekten de veen-moerassen zich tot aan
de horizon uit. Er waren slechts enkele overgangen door
het veen, in het natte jaargetijde bovendien onbruikbaar
en slechts bekend bij hen, die er in de buurt woonden.
Slechts hier en daar aan de randen van het uitgestrekte
veen werd wat turf gegraven door de boeren van de na
burige dorpen, te eigen behoeve. Voorts treffen we ook ge
durende de 19de eeuw op daarvoor geschikte plekken in
het veen boekweit-cultuur aan. In de droge tijd brandde
men daar de bovenste veenlaag weg, vermengde de as met
de volgende laag en zaaide daar de boekweit in. De veen
kolonie Erica b.v. dankte haar ontstaan aan deze boekweit
teelt. Hier werd in 1863 de eerste keet gebouwd. Tegen de
gevel hing men een bord met de naam ERICA. „Men fluis
terde toentertijd dat het de naam was van een rijke vrouw.
De keet van Erica stond er heel eenzaam aan het Panne-
koekenveen, langs de veldweg naar Zuid-Barge. Bij sneeuw
buien was het een schuilplaats voor de veenhakkers, die de
boekweit-velden in gereedheid brachten en bij regen en on
weer in de zomer voor de boekweit-maaiers." Deze korte
historische aantekening, die ik in de Emmer Courant aan
trof, geeft in alle soberheid duidelijk aan hoe het begon.
Op deze begin-periode met boekweitteelt volgde eerst de
aanleg van de vele kanalen en wijken, die aan de veen-
exploitatie vooraf gaat, en de stichting van de turfgravers
kolonies, vale en onaanzienlijke verzamelingen van hutten
en plaggenketen, door de bewoners zelf in elkaar geflanst,
en gedeeltelijk in de veenachtige bodem uitgegraven. Na de
periode van het turfgraven kwam die van het ontginnen en
het uitgeven der ontgonnen gronden als boerenplaatsen.
Boerderijen werden gebouwd, die hier, in tegenstelling tot
de oude Drentse dorpen, waar alle boerderijen bijeen in
het dorp een plaats vonden, buiten, temidden der akkers te
staan kwamen. Daar tussenin werden wat schamele land
arbeiderswoningen geplaatst. In de dorpskernen vestigden
zich neringdoenden en ambachtslieden, stond de kerk en
het postkantoor, de school en wat dies meer zij. En daar-