Steeds opnieuw rijst de vraag: moet het oude vervangen worden of is het ook thans nog voldoende levend en doel matig om te worden gehandhaafd? Wat van het nieuwe, dat zich aandient, is goed en wat kan de toets van een scherpe kritiek niet doorstaan? Wat van het oude nog levend en sterk is, zal in ere ge houden moeten worden. Maar ook zou het dom en volko men nutteloos zijn iets nieuws alleen al daarom te ver werpen, omdat het niet meer lijkt op het oude. De nor male ontwikkeling der dingen kan niet worden tegenge houden, alleen maar wat worden vertraagd, door het con serveren van heilige huisjes. Maar met dat al blijft het een uiterst moeilijke en précaire, immers in belangrijke mate subjectieve keuze te bepalen wat hier goed en wat niet goed is. Zonder ophouden woedt hier dan ook een strijd op leven en dood tussen conservatieven en vooruitstreven- den. Maar hoe fel deze strijd ook moge zijn, op den duur zal ook hier de deugd wel in het midden blijken te liggen. Wat wij zien als de ontwikkeling, als de groei van een cultuur is steeds het streven naar een nieuwe evenwichts toestand, het evenwicht tussen het verleden en de toe komst, het evenwicht tussen het oude, door traditie, ge bruik, gewoonte en eerbied gelouterde en het nieuwe, in een nieuwe tijd passende, dat uitzicht biedt op nieuwe mogelijkheden, die in vele gevallen levensnoodzakelijk heden zullen blijken. Wie geroepen wordt leiding te geven bij het ontwikkelings- proces, dat zich ook in de Drentse dorpen aan het vol trekken is, zal moeten beschikken over gevoel voor tra ditie, gevoel voor de sfeer van deze dorpen, maar tevens ook over werkelijkheidszin en gevoel voor de eisen van deze tijd. Voortdurend zal hij daarbij moeten kiezen, voor of tegen het oude, voor of tegen het nieuwe. Het zal daar bij zijn taak zijn te streven naar een zo goed mogelijk evenwicht, of, om het met een ander woord te zeggennaar harmonie. 117

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 129