HOOFDSTUK VIII HET DRENTSE DORP VAN DE TOEKOMST Sprekend van het Drentse dorp van de toekomst, zal ik dit onderwerp hier in hoofdzaak behandelen als een stede bouwkundig probleem. Het is geenszins mijn bedoeling mij hier op te werpen als waarzegger, als een helderziende, aan wie het vergund zou zijn in de toekomst te zien. Tot op zekere hoogte blijft, hetgeen de toekomst brengen zal, voorlopig nog voor ons verborgen. Maar dit geldt, zoals gezegd, slechts tot op zekere hoogte. Want al liggen er aan een toekomstige ontwikkeling tal van volkomen on zekere factoren ten grondslag, daarnaast zijn wij het toch ook weer zelf, die aan deze toekomstige ontwikkeling lei ding zullen hebben te geven. „Een volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst", staat geschreven op het monument op de Afsluitdijk. Bij het scheppen van een nieuw cultuur landschap of van nieuwe dorpsplannen is het de stede- bouwkundige, tot wie zich in de eerste plaats deze opwek king richt. De veranderingen in een stads-, dorps- of landschapsbeeld kunnen het gevolg zijn van allerlei economische, techni sche en maatschappelijke factoren, maar steeds is het toch ook weer de mens zelf, die door zijn ingrijpen aan deze veranderingen vorm geeft. Wanneer de landarbeiders uit het dorp wegtrekken naar de stad, zullen de boeren op dit verschijnsel reageren door hun bedrijven meer en meer te mechaniseren. Dit mechaniseren echter betekent niet slechts het aanschaffen van machines en tractoren. Het betekent ook, dat de bedrijfsgebouwen aan deze mechanisatie aan gepast moeten worden. Voor een tractor is geen stal nodig, maar een garage. Het direct op het veld dorsen van het graan met een gecombineerde maai- en dorsmachine, maakt het opslaan van het nog ongedorste graan overbodig. En zo zou ik kunnen doorgaan. Maar niet alleen de bedrijfsge- 112

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 124