landarbeiders, die een woning behoeven, ambachtslieden en
neringdoenden met hun „verzorgende" bedrijven, ambte
naren, onderwijzers en geestelijke verzorgers. De speciali-
satie naar beroepen is ook in de agrarische nederzettingen
in de loop der jaren steeds verder gegaan. In het begin der
19de eeuw woonden er in een boerendorp eigenlijk alleen
maar boeren. De dominee en de schoolmeester waren bei
den, wanneer ze er al waren, tevens boer. Winkels waren
109
Witteveen gem. Westerbork)