dienen als kanaal, waarlangs de verbouwde landbouw
producten, met name de aardappelen per schip konden
worden afgevoerd.
Deze kanalen en de er langs liggende wegen vormden ook
hier de basis van de nederzetting, een nederzetting, die ook
hier weer bestond uit een rij min of meer regelmatig ge
plaatste boerderijen, met er tussen wat arbeiderswoningen,
liefst in een groep bij elkaar. Het grote voordeel, dat deze
nieuwe ontginningskolonies hadden boven de veenkolo
niën, was dit, dat hier al direct bij de stichting geen onge
wenste toestand ontstond als gevolg van de vestiging van
veen-arbeiders, een vestiging van min of meer voorlopig
karakter. Dit stadium werd hier overgeslagen. De arbei
ders, die bij de ontginning tewerk werden gesteld, werden
hetzij van hun woonplaats uit aangevoerd per autobus,
hetzij gehuisvest in tijdelijke barakken, die na beëindiging
der ontginningswerkzaamheden werden afgebroken.
Tegenover het voordeel, dat men hier direct wist, waar
men aan toe was: de stichting van een landbouwnederzet
ting op maagdelijke grond, deed zich hier het nadeel gel
den, dat ter leniging van de nood, door de werkloosheid
ontstaan, het werk onverwijld ter hand moest worden ge
nomen, zonder dat men eerst rustig de tijd had zijn plan
nen voor te bereiden. Dit laatste was jammer, want op deze
wijze moesten fouten worden gemaakt. Het stichten van
een nederzetting is nu eenmaal geen kleinigheid, die men
in een handomdraaien goed doet.
Wat er bij de stichting van nieuwe agrarische nederzettin
gen in een nieuw te ontginnen gebied komt kijken, leert
ons het kolonisatie-werk in de Wieringermeer en de IJssel-
meer-polders. Met steun van wetenschap, sociologie en so
ciografie, geologie en landbouwkunde, is hier met grote
zorg een nauwkeurig gedétailleerd plan voorbereid. Daar
in werd rekening gehouden met de kennis en ervaring van
het ogenblik, waarbij men er van uitging, dat een land-
bouw-nederzetting niet slechts een op zichzelf staand ge
heel is, maar daarnaast een deel van een groter geheel. Dit
bracht mee, dat de ligging en de structuur der nederzettin-
107