moeilijk bereikbaar en doorsneden door tal van wijken,
kanalen en sloten. Een bijzonder kenmerk van dit gebied
is, dat hier, met name in Hollandseveld, grote stukken
zijn bebost. In later jaren is van dit bos weer het een en
ander tot bouw- en weiland ontgonnen.
De andere grotere veenkolonie uit de Gouden Eeuw is
Smilde. In de streek, thans doorsneden door de Drentse
Hoofdvaart, tussen Diever en Dwingeloo in het Zuiden en
Assen in het Noorden, lagen hier uitgestrekte venen. Aan
vankelijk toebehorend aan het klooster te Assen, werden
ze, na de hervorming, in 1598 geseculariseerd. In 1633
werden ze als heerlijkheid geschonken aan de, wederom
Hollandse, patriciër Adriaan Pauw. De vervening was
hier aanvankelijk rommelig. De turf moest langs de nau
welijks bevaarbare Oude Vaart naar Meppel worden af
gevoerd. Was er een partij turf dan verzamelde men met
behulp van een keerschutje in de bovenloop zoveel mo
gelijk water. Had men genoeg, dan zette men het keer
schutje open en gingen de pramen met turf met de zo ver
kregen golf mee naar het lager gelegen Zuid-Westen! In
1771 wordt de veenkolonie Smilde opnieuw en thans met
de nodige voortvarendheid aangepakt. Onder leiding van
W. H. Hofstede, de latere stichter van het Asser stadsbos,
komt dan de Drentse Hoofdvaart tot stand. Over een af
stand van meer dan tien kilometer strekt Smilde zich in
voortdurende lintbebouwing langs dit kanaal uit. Aller
minst fraai, is het dorp toch over het allerergste stadium
heen. Het is al echt ingegroeid in de staat van landbouw-
dorp. Waar er bomen staan, zijn deze soms mooi. Rond de
N.H.-kerk, een merkwaardige achthoekige centraalbouw
uit de jaren 1780—'88 staat mooi houtgewas.
De veengebieden echter, die wel het meest hebben bijge
dragen tot Drenthe's faam de turf-provincie bij uitnemend,
heid te zijn, liggen ten oosten van de Hondsrug. Zij vormen
de zuid-westelijke uitloper van het grote Bourtanger moe
ras, dat zich uitstrekt van de Dollart tot aan Schoonebeek
en van de Hondsrug tot ver in Duitsland. Dit uitgestrekte
veen is, voor zover het in Nederland ligt, geleidelijk aan in
100