beeld, waartoe dit alles leidde, was het werd reeds op gemerkt zakelijk, nuchter en rechtlijnig. Men mist hier het meer romantische, dat de Drentse zanddorpen pleegt te kenmerken. Het ergste is wel de kaalheid van de meeste dezer nederzettingen. Men schijnt er beplanting te schu wen. Meer nog dan elders wordt de boom hier als schade lijk beschouwd. Waar een boom zijn schaduw werpt, zo redeneert men, groeit het koren minder welig en kwijnen de aardappelen. Tot overmaat van ramp komt daar nog bij, dat de iepen, die eertijds in de dorpen werden geplant, grotendeels door de iepziekte zijn aangetast en gerooid moesten worden. De aanblik der veenkoloniale dorpen en in het bijzonder van de dorpskernen, die in de regel rond de bruggen over het hoofdkanaal zijn gegroeid, is dan ook weinig opwek kend. Veel heeft daartoe bijgedragen de tijd, waarin zij zijn ontstaan. Het merendeel der Drentse veenkoloniën beoosten de Hondsrug dateert van na 1860 en van voor 1900. In het algemeen vormt deze periode een dieptepunt in onze Nederlandse stedebouw. Ook wat in die jaren elders tot stand kwam men zie b.v. de in die jaren ge stichte wijken van onze grote steden was beneden alle kritiek. Het is de tijd der onbelemmerde grondspeculatie enerzijds, van de zich snel uitbreidende arbeidersbevolking anderzijds. Het is de tijd, dat de overheid zich principieel meende te moeten onthouden van elk ingrijpen in de stede, bouwkundige ontwikkeling. De particuliere ondernemer, de vervener, de veenarbeider, die zich een plaggenhut bouwde, handelden allen volkomen op eigen gezag. Naar onze maatstaven gerekend waren ook in sociaal opzicht de toestanden verre beneden de maat. De woningtoestanden waren erbarmelijk. In vele opzichten heersten hier aan vankelijk echte wild-west toestanden. Onder hen, die zich hier kwamen vestigen bevonden zich lieden van allerlei slag. Er waren avonturiers en gelukzoekers onder, zelfs a-sociale elementen en mensen, die hier een nieuw leven wilden gaan beginnen. In het algemeen kan men over de bewoners van de veenkoloniën hetzelfde zeggen als van 96

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 108