stelling van de in een nederzetting wonende mensengroep verandert en naarmate de aard van de arbeid zich wijzigt - zoals hier van turfgraverij tot landbouwwerkzaamheden - ook het aspect van de nederzetting een geleidelijke veran dering ondergaat. En het merkwaardige is hier, dat deze evolutie zich binnen onze gezichtskring voltrokken heeft. In de typisch veenkoloniale gebieden van Drenthe bepaalt het karakter der boerenbedrijven in hoge mate het land schap. Het merendeel dier bedrijven is middelgroot, van 20 tot 30 ha. Ze liggen in rijen langs de kanalen, een star- rechtlijnige aanleg, waarin men veelal bomen en struiken node mist. Saai, boomloos en monotoon, met hele rijen vaak onooglijke arbeiderswoningen en dikwijls ook weinig fraaie, zij het meestal wel welvarende boerenplaatsen, kaal en slecht van verhoudingen, ziehier het weinig opwekken de beeld van vele veenkoloniale nederzettingen. Men moet in hart en nieren boer zijn, men moet oog hebben voor de stand der gewassen en voor de rationele bedrijfsopzet, waardoor deze veenkoloniale boerderijen dikwijls uitmun ten, om aan dit landschap enig genoegen te beleven. Hij, wiens hart in de eerste plaats uitgaat naar landschaps- schoon, voelt zijn blik hier steeds opnieuw naar de hori zon getrokken, waar op de Hondsrug in het Westen of Oostelijk rond Ter Apel bomen zichtbaar worden, waar het land heel zacht glooit, waar de oude zanddorpen ver- droomd liggen onder hun oude eiken. De basis van de veenkoloniale nederzetting vormt steeds het kanaal, dat voor de afvoer van de turf werd gegraven en dat later dienst blijft doen voor de ontwatering van het land en de afvoer van landbouw-producten, met name de aardappels. Loodrecht op deze kanalen liggen de zoge naamde „wijken", kleinere dwarskanalen, waarlangs de turf uit het achterland kan worden weggevoerd en die tevens dienen voor de afwatering der veen-complexen en later van de landerijen. De grote maatschappijen, die de veen-exploitatie ter hand namen, deden, nadat de turf was weggegraven, de bloot- gekomen dalgronden „plaats"-gewijs van de hand aan par- 92

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1949 | | pagina 102