tijdvak 17501850, waar verscheidene der hier ge
noemde schilderijen waren opgenomen.
Naast de hier gevestigde schilders, waren het vooral
ook Italiaansche en Zwitsersche stucwerkers en Frie-
sche houtsnijders, beeldhouwers in hout en steen,
kunstsmeden en andere kunstnijveren, die hier werk
vonden.
In deze decoratiekunst behoorden ook thuis de
grisailles z.g.n. „witjes", pleister en beeldhouwwerk
nabootsende, „sopra portes", die gangen en kamers
versierden.
Diverse kunst-ambachten.
Een kunstnijvere, die te Leeuwarden een plaats op
zich zelf innam was Hendrik Busch. Van hem zijn be
kend tafelbladen en wandversieringen, die „met als in
fresco ingelegd bloemwerk in natuurlijke kleuren zoo
heerlijk en konstig bewerkt waren, dat deeze stukken
niet zonder verbaasdheid beschouwd werden". Reeds
in 1696 was hij hier werkzaam, terwijl er in de Leeuwar
der Musea verscheidene stukken van zijn hand be
waard gebleven zijn, gesigneerd en o.a. gedateerd
1706 en 1716. Zijn techniek, die met hem uitgestorven
schijnt te zijn, was een soort nabootsing van steenen
tafelbladen, met inlegwerk van parelmoer, ivoor, goud
en zilver. Een goudsmid en medailleur „Dirk van
Rijswijk", in het midden der 17e eeuw o.a. te Amster
dam werkzaam, is voor dergelijke kunstwerken be
roemd geweest.
De kunstenaars, die soortgelijk werk maakten ver
sierden dit met rijke decors of stillevens van bloe
men, vogels en insecten. Ook 'bezit het Friesch Museum
een tafel met een op ingelegd marmer gelijkend blad
van stuc-werk, dat blijkens het opschrift „Andreas Che-
rubinus fecit" van een overigens onbekenden Italiaan-
schen kunstenaar afkomstig is. 't Is ook mogelijk, dat
87