doende verdiend hadden, weer naar hun vaderland
terug. In het eind van de 19e eeuw nam echter de ge
regelde uittocht van handwerkslieden (weerglas- en
parapluimakers veelal tevens schoorsteenvegers en
rookverdrijvers) uit de dorpjes in de dalen van Noord-
Italië naar Nederland, een einde.
Ook in andere steden in Nederland hebben zich
Italiaansche weerglasmakers gevestigd. Ik teekende
o.a. de volgende adressen aanTaroni en Grosso te
Amsterdam, in de Gravestraat boven den Spekslager
(17e a 18e eeuw). S. Ronket in samenwerking met
Lurasso en T. Stoppani (tweede helft 18e eeuw),
A. Peia (rfc 1800) en J. Solaro allen te Amsterdam,
J. M. Pagani (tweede helft 18e eeuw) en H. H.
Fraenkel (19e eeuw) beiden te Groningen.
Van het pottenbakkers-ambacht.
De bouwkeramiek, speciaal tegels, gevonden bij af
graving van de vroegere standplaatsen van Friesche
kloosters (Foswerd, Mariëngaarde, Klaarkamp, Nije
Klooster e.a.) en het versierde loodglazuuraardewerk
uit het laatst van de 16e eeuw, gevonden bij de uit
graving van de daardoor in de ceramiek-literatuur
algemeen bekend geworden Leeuwarder Jachthaven
hadden als levenskrachtige volkskunst zeker de 'hoop
kunnen vestigen op een verdere ontwikkeling hiervan.
Deze verwachtingen zijn echter geen werkelijkheid
geworden. De bouwkeramiek der Friesche kloosters
was in de 16e eeuw reeds in verval en is met de
opheffing dier kloosters in 1580 grondig opgeruimd.
Het Friesche loodglazuuraardewerk met zijn versie
ring in sgrafitto- en ringeloor-techniek, waarvan hier
in de 16e eeuw reeds producten gemaakt werden, die
op één lijn gesteld kunnen worden met het Neder-
rijnsch-Limburgsche loodglazuuraardewerk uit de 17e'
en 18e eeuw, zou omstreeks 1600 geheel overvleu
geld worden door de nieuwe techniek, die van de
82