zilvervloot, Comelis Tromp als zeeheld, het wapen van Amsterdam en het wapen van Friesland. Wij hebben hier mogelijk met inheemsch fabrikaat te maken. e. haardgerief. De haard is altijd het middelpunt van de menschelijke woning geweest, van oertijden af toen de rook uit de haarddobbe midden in de hutkom door het rookgat in het dak kon ontkomen tot in onzen tijd, nu wanneer er maar brandstof voor was naast de centrale verwarming gaarne nog een open haardvuur zou worden aangelegd enkel om de gezelligheid, de huiselijkheid, de sfeer van onze huiskamer. De haard was het punt van samenkomst na de dag taak, np. het zwalken buiten en bovenal de plaats waar de volksverhalen en tradities levendig gehouden werden en waar de volkskunst bij een flakkerend olielampje of een walmende kaars werd geknutseld. De smid moest het haardgerief verzorgen fraai gesmede haardhekjes, vuurpotten, halen, poken, tangen, aanblazers, turfbak ken, turf- en houtbijltjes, enz. enz. steek-, stoot- en slagwapens. Hiervan bezit het Princessehof een mooie collectie hellebaarden en aan verwante wapens, deels Duitsch en Zwitsersch werk. g. messen en ander dagelijksch geriefwaarvan de hechten in allerlei technieken fraai versierd zijn en die bij het Eetgerei, de Coutellerie- of Besteck-verza- meling zijn ingedeeld. Ook de smeden voorzagen hunne werkstukken van ingeslagen merken. Vele der door mij verzamelde tafel- en zakmessen hebben dergelijke meesterteekens op de lemmetten, als een ster, een lelie, een hart, enz. In de Leeuwarder Courant van 15 Maart 1939 komt een aardig artikeltje voor over een verdwijnend oud smidsbedrijfje te Dokkum. Voor de Oudheid kamer aldaar werd daaruit verworveneen ijzeren draaitreeft uit 1769, een dito vuurmand, een hand- gesmede klontjesschaar en een gesmeed ijzeren steek mes voor hoefbeslag. Dit mes was door den smid 77

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 80