VOORWOORD
I n dit 19e deel van de Heemschut-Serie wordt een
rijk geïllustreerd overzicht gegeven van de Kunst
ambachten, die in onze Noordelijke provincie met haar
eigen oude geschiedenis hebben gebloeid.
Ofschoon getracht is dit overzicht te geven van de
vroegste beschaving tot onzen tijd, wordt het meeste
licht geworpen op de zeven eeuwen (11001800), die
het belangrijkste tijdvak in onze kunstnijverheids-
ontwikkeling vormen.
Na de voor Friesland zoo belangrijke kloosterbescha
ving 1 ie-i6e eeuw) en de blijde inkomste der Renais
sance in de 16e eeuw is dit voor ons land, de Republiek
der zeven vereenigde provinciën met zijn onmetelijke
rijkdommen aan Koloniën, de 17e eeuw, onze Gouden
eeuw, de eeuw waarin ons land op bijna elk bescha
vingsgebied, hetzij Kunst, Nijverheid of Wetenschap
den toon wist aan te geven. De 18e eeuw was die van
den nabloei waarin van de verkregen rijkdommen werd
genoten.
Ook voor Friesland zijn deze eeuwen van bijzonder
belang geweest. De Volkskunst, die veelal steunt op en
afhankelijk is van oude overleveringen, vond in de
rijke geschiedenis van deze provincie een bijzonder
vruchtbaren bodem.
De goudleerkamers in het Princessehof, de Louis
XIV inrichting van het Coulon-huis, de Hindelooper-
en Workumer kamer in het Friesch museum te
Leeuwarden, de Hidde Nijlandstichting te Hindeloo-
pen, het middeleeuwsche museum in 'het koor van de
Gothische Martinikerk te Bolsward, het stedelijk mu
seum en de grafzerken in de kerk te Franeker, het
Friesche scheepvaartmuseum te Sneek, het lapidaire
middeleeuwsche museum in het Romaansche kerkje
van Janum nabij Rinsumageest, de 18e eeuwsche
4