Princessehof en het Coulonhuis bewaard worden, vele
stukken zijn, die door Friesche ambachtslieden ge
maakt zijn. Daarnaast moeten wij in Nederland als
handelsnatie bij uitnemendheid en sinds het begin van
de 17e eeuw als koloniale mogendheid van den eersten
rang steeds met in- en export van en naar de omge
legen landen rekening houden. De bedoelde collecties
smidswerk bestaan uit
a. een slot-, sleutel- en slotplatenverzameling van
den Romeinschen tijd af, afkomstig uit Friesland zoo
wel als uit Duitschland, Zwitserland, Frankrijk, Italië,
Spanje, Engeland enz. Vooral uit den Kloostertijd zijn
vele fraai bewerkte sleutels in Friesche terpen gevon
den. In de 17e en 18e eeuw waren de omliggende lan
den op dit gebied ons echter verre de baas.
b. brandkasten en kisten, geheel van ijzer met fraai
bewerkte springsloten, meest van buiten bont beschil
derd, dikwijls ook van zwaar eikenhout met ijzeren
banden, sloten, hengsels, scharnieren enz. versterkt en
versierd. Onder deze groep treffen wij naast inheemsch
werk ook import uit Neurenberg en andere Duitsche
steden aan.
c. muurankers, hekken, grafkruizen en bouwver-
sieringen. Van deze omvangrijke groep, w.o. Gothische
exemplaren, is een groot gedeelte uit Dordrecht af
komstig. Ook Friesch werk is hierbij. Een gewoonte,
die hier veel voorkomt, is het smeden van het jaartal
waarin het huis gebouwd is in het muuranker (afb.
XIV, 26, XXVI 47 en 48). Aan het stadhuis te Frane-
ker b.v. vinden wij het bouw-jaartal 1591 in sierlijk
gesmede muurankers tegen den pittigen gevel.
d. haard- en kachelplaten waarvan vele Gothische
uit de 16e eeuw, import uit Duitschland, Lotharingen,
België, Noord-Frankrijk en zelfs uit Zweden. In de 17e
en 18e eeuw zien wij vele dezer haardplaten met Hol-
landsche opschriften en voorstellingen alsde Holland-
sche Leeuw in een tuin, Piet Hein, de veroveraar van de
76