wante voorwerpen is een groote verzameling in het Princessehof aanwezig. Merkwaardig is hoe verschil lend de techniek is waarin dergelijk gebruiksgoed werd versierd. Tot hetzelfde gilde behoorden waarschijnlijk ook de Tinnegieters. Reeds in de 15e eeuw vinden wij voorschriften van de Leeuwarder overheid o.a. dat de „tynnen kannen, die gepegelt*) waren" en waarin het bier getapt werd het stadtmerck moesten dragen. Ook moesten de tinnegieters hier van oudsher reeds hun meesterteeken op hunne werkstukken plaatsen. Het Friesch Museum is in het bezit van een drietal bierkannen, die binnenin op den bodem een meester teeken dragen. De eene, van een typischen gedrongen vorm, heeft als meesterteeken een en relief aangebracht gelijkarmig kruis waartusschen vier eikels en waarom heen het randschrift„Arent Kannegieter". Op het deksel komt een driemaal herhaald merk voor met enkele Gothische letters, dat ik echter niet heb kunnen thuis brengen. Een andere van slank model heeft als meesterteeken een gelijksoortig kruis, waartusschen vier gestyleerde lelies en waaromheen het randschrift ,Jsit-N omen-Do mini-Bene dictum" De derde heeft op dezelfde plaats een soort penning met de voorstelling van de bekende fabel van de vos en de kraanvogel, uit de in de 15e eeuw zoo populaire historie van Reinaert de Vos. Of wij in dit laatste geval ook aan een meesterteeken of aan een bloote versiering hebben te denken zou ik niet willen beslissen. Deze kannen dateeren van vóór of omstreeks 1500. Ook op de bekende tinnen kannen van de stad Bols- ward, die de raadszaal van het Stadhuis aldaar sieren, 73 „Gepegelt" d.w.z. van binnen van pegels voorzien, merkteekens waaruit de hoeveelheid, die de kannen konden bevatten, bleek. De naam des Heeren zij geloofd.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 76