Een ander kunstambacht, dat hier waarschijnlijk in
het derde kwart van de zestiende eeuw is opgekomen
was
Het klok- en geschutgietersbedrijf.
Het gebruik van het buskruit gaat in China terug tot
den Mongoolschen tijd d.i. de 13e eeuw*). Aan het
eind van die eeuw vond Rudolf Schwarz het kanon uit.
In het midden van de 14e eeuw werd het kanon in
Holland bekend. De Friezen ondervonden de kracht er
van voor het eerst in 1396 toen hertog Albrecht van
Beieren zijn grootsc'h opgezette doch op niets uitgeloo-
pen veroveringstochten van Friesland op touw zette.
Door Friezen werd voor het eerst van vuurwapenen
gebruik gemaakt in den tusschen Schieringers en Vet-
koopers gevoerden Doniakrijg. Het slot van Akmarijp
moest in 1458 vallen omdat door de belegeraars vuur
wapenen „bussen" gebruikt werden. De tot nog toe ge
bruikte verdedigingstorens, waarvan de Schierstins te
Veen wouden het eenigst overgebleven exemplaar is,
hadden door die nieuwe aanvalswapenen hun belang
verloren.
Een buitengewoon interessante lijst van het geschut
der Friesche steden in den Saxischen tijd treffen wij
aan in het Charterboek van Friesland dl. II fol. 373.
Deze bladzijde geeft de overeenkomst waarbij Hertog
Georg van Saxen aan Karei V in 1519 zijn in Fries
land gebruikte geschut overdraagt. Hieronder komen
ook voor eenige karthouwen en falkenetten van den
kanongieter Johan Papenruter. Deze geschutgieter, die
zich zelf noemt Hans Popperuiter was uit Duitschland
herkomstig doch had zich neergezet en werkte te
Mechelen. Een veldkanon „halve veldslang, demi
coulevrine" door hem in 1515 gegoten is afgebeeld in
67
Wijlen J. C. Mollema zegt in zijn geschiedenis van Ne
derland ter Zee Dl I bl. 92, dat de laatste nasporingen aan
het licht brachten, dat de Chineezen reeds in 907 buskruit
gebruikten.