ondergaan, is nu komen vast te staan, dat het beker- teeken gevoerd werd door Rintje Jans, in 1646 meester geworden, wiens meesterteeken op het overgeschilder de bord ten onrechte voorkwam als P.I. Hierdoor moet Rintje Jans, wiens optreden van 1646 tot 1681 nawijsbaar is, die 't leergeld van n leer jongens betaalde en die 3 zoons in 't vak opleidde, als meester van het Popta-zilver onder de Friesche groot meesters worden opgenomen. Een tweede fout op het oude bord, die vroeger aan leiding tot verwarring gaf, was 't jaar van het meester- worden van Pyter Faber, vroeger ten onrechte als 1660 aangegeven, na de restauratie gebleken als 1657. De volgende richtlijnen moet ieder, die Friesche zil vermerken wil bestudeeren, vooraf goed in zich op nemen Gedurende de 16e eeuw komt op Friesch zilver slechts één merk voorhet meesterteeken, meest bestaande uit een eenvoudig schildje waarin een huismerk, één of twee letters, een monogram, een wapen, een vogel, een viervoeter, een embleem enz. Van 1604 af komen daarnaast ook de St e d e l ij k e wapens en de j-aar letters voor. Gedurende de geheele ije eeuw treffen wij dus 3 t e e k e n s aan naast of boven elkaar. De stedelijke wapens zijn voor Leeuwarden de staande leeuw, voor Bolsward de dub bele adelaar, voor Dokkum de halve maan met 3 ster ren, voor Harlingen de H. Michaël met den draak, ge slagen van een stempel, dat hoe langer hoe botter wordt, van 1731 af vervangen door het stadswapen met St Andreas kruisen in 4 velden, voor Franeker de klok, voor Sneek de 3 kronen, sedert 1764 naast de halve adelaar, voor Stavoren 2 gekruiste abtsstaven, voor Workum de halve adelaar naast 3 Fransche lelies, voor Kollum een ster, voor Heerenveen een staand zwaard tusschen 2 eikels. 64

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 67