ging, die de krijgswoelingen meebrachten, maar vooral
door den z.g.n. beeldenstorm in 1566 en het besluit van
1580 de kloosters ten platten lande af te breken en de
afbraak ter versterking van de zeedijken aan te wenden.
Wat bewaard is gebleven is later uit den grond te
voorschijn gekomen.
Van de beeldhouwwerken, die de Friesche kloosters
en kerken gesierd hebben wordt in het Friesch
Museum bewaard een in relief bewerkte steen waarop
het hoofd van Christus tusschen wijngaardranken
is afgebeeld, in 1877 gevonden tusschen puin afkomstig
van de sluis te Lemmer. In 1932 gaf ik in deel XXXI
van de Vrije Fries een beschrijving van dezen steen en
wees op verwante beeldhouwwerken t.w. een ornament
gevonden in den dijk te Stavoren, eveneens toegeschre
ven aan de 12e eeuw, Romaansche en Gothische doop
vonten, Romaansche en Gothische grafsteenen uit
Roodkerk, Beets en Rinsumageest, alles eigendom van
het Friesch Genootschap. Sindsdien zijn er belangrijke
Romaansche beeldhouwwerken bijgekomen, gevonden
te Nijland en te Wons. Saamgebracht in het tot Musée
lapidaire ingerichte Romaansche kerkje te Janum zal
zeker kunnen blijken hoe rijk onze provincie nog aan
vroege beeldhouwkunst is.
In dit verband kan ook gewezen worden op den St
Maartenssteen, thans ingemetseld in den muur van de
Martinikerk te Bolsward. Evenals vele grafsteenen uit
de Middeleeuwen is dit beeldhouwwerk in roode
Bentheimer zandsteen gehouwen. De voorstelling is
zeer primitief, want de steen die sterk afgesleten is,
is wellicht afkomstig van een Romaansche kerk, die
vroeger gestaan zal hebben op de plaats waar zich nu
de Gothische kerk midden in Bolsward verheft.
De in de oude Friesche cultuur belangstellende
reiziger moet zeker niet nalaten een bezoek te brengen
aan stadjes alsBolsward, Franeker, Dokkum en Sloten,
waar de sfeer van het oude Friesland het best bewaard
gebleven is.
43