lijkingsstuk kunnen aanwijzen; voor zoover bekend is dit zeldzame stuk een unicum. De kan, volgens opgaaf afkomstig uit de terp, waar op eens Herjuwsma State te Ferwerd heeft gestaan, die niet alleen wat haar vorm betreft, doch ook wat de gele scherf en de grove spaarzaam aangebrachte en met kopergroen gespikkelde glazuur aangaat, groote overeenkomst met de slanke Engelsche pitchers ver raadt, kan worden gedateerd tusschen 1300 en 1400. Of hierbij aan import uit- of navolging van het buiten land moet worden gedacht zou ik niet durven be slissen. De pottenbakkerijen, die in de 15e eeuw in het centrum van Leeuwarden werkten en die zeker ook reeds eerder werkzaam waren en de pottenbakkerijen der Friesche kloosters uit de 13e en 14e eeuw waren zeker wel in staat dergelijke producten te leveren. Het derde stuk is een met loodglazuur overtrokken kan van roode aarde, uit de terp van het ten Noorden van Leeuwarden gelegen dorpje Britsum te voorschijn gekomen, die wat de gracieuze Gothische versiering betreft, onze aandacht op Franschen invloed zou kun nen vestigen en welke ik aanzie voor een product van omstreeks 1400. Ook hier kunnen wij geen definitieve bewijzen aanvoeren voor de beantwoording van de vraag of deze kan al of niet inheemsch werk is. Tech nisch staat deze kan op één lijn met de te Leiden bewaarde kan, gevonden in de Wieringer Meer en soortgelijke fragmenten en relief versierd met afge- vormde ronde schelpjes, bewaard in het Friesch Mu seum. Er zijn echter m.i. geen overwegende bezwaren tegen om ook deze vedelaars-kan als een inheemsch product te beschouwen. De Middeleeuwsche ceramiek vormt een nog met als voldoende samenhangend geheel bestudeerd ge bied. Verschillende opgravingen hebben grof, ongegla zuurd aardewerk opgeleverdde ontwikkeling, die hier van de ge tot aan de 16e eeuw te volgen moet 39

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 42