heeft gestaan (afb. V, 10). De vorm van den mijter
en de verdere kleeding van den Heilige laten zien, dat
wij hier een 13e eeuwsch stuk kloosterkunst voor ons
hebben. Het pallium, dat de Heilige langs de schouders
en voor de borst draagt behoort tot zijn bisschops
ornaat.
De vloertegel van rood gebakken aarde, met ge-
incrusteerde versiering in witte klei van een Madonna
figuur, is te voorschijn gekomen uit het in de 13e
eeuw te Leeuwarden gestichte Dominicaner- of Pre-
dikheeren Klooster, waarvan de kloostergang nog be
waard gebleven is in de Kosterij van de Groote Kerk,
de oude kloosterkerk (afb. V, 11).
De afbeelding van dezen tegel zou men kunnen
plaatsen naast die van een geheel gelijksoortigen, die te
Brugge gevonden is. Waarschijnlijk hebben de monnik
ken in België en in Friesland naar éénzelfde model ge
werkt. Het Friesch Museum bezit van al de groote
Friesche kloosters Foswerd, Mariëngaarde, Bloemkamp,
Klaarkamp, Nijeklooster dergelijke tegels en bouw-cera-
miek meest met Romaansche, soms met Gothische orna
menten versierd. Ook belangrijk middeleeuwsch vaat
werk heeft de Friesche bodem opgeleverd. Een drietal
merkwaardige stukken zijn afgebeeld in de vorige
drukken van dit boekje. Het oudste is een met typisch
Romaansch ornament versierde ongeglazuurde kan
van blauwgrijs steengoed, op een diepte van 5 Meter
onder den bodem gevonden bij een opgraving ten be
hoeve van de fundamenten van het Nieuw Sint
Anthony Gasthuis te Leeuwarden. Ornament en vorm
van deze kan doen aan een 12e of 13e eeuwsch stuk
ambachtskunst denken waarvan het volstrekt niet on
mogelijk is, dat het door een Leeuwarder pottenbakker
is gemaakt. Vele onversierde potten van gelijksoortige
techniek zijn in den Frieschen bodem gevonden. Wat
de versiering van deze kan betreft zou ik geen verge-
38
