ze al geen primitieve gilden kunnen worden genoemd, zeker voorloopers daarvan geweest zullen zijn. In Brugge, Gent en andere Zuid-Nederlandsche steden zien wij de eerste sporen van deze ambachts gilden in de 12e eeuw en zelfs reeds in de ne eeuw opkomen. In Utrecht, Dordrecht en andere Noord- Nederlandsche steden gaan de oudste sporen van de ambachtsgilden terug tot in de 13e eeuw. In Friesland kunnen wij deze ambachtsgilden niet verwachten vóór de 14de eeuw. Wel zagen wij, dat toen de Friesche koop man reeds met al de hem omgevende landen handel dreef. Waarschijnlijk was hij reeds mede de bevrachter, de vrachtvaarder voor een deel van West-Europa. In die dagen waren dikwijls de koopman en de schip per in één persoon vereenigd. Onder de gebruikte handelsschepen treffen wij in de 13e en 14e eeuw aan de kogge, het zeilzeeschip met den hoogen vóór- en achtersteven, dat het lange ranke roeizeilschip der Vikingen verving. Volgens zeggen is het door den Frieschen koopman voor het eerst in de Noordelijke zeeën gebruikt en is de naam ook van Frieschen oor sprong. Wij zijn omtrent den bouw ervan goed inge licht, daar de oudste afbeeldingen ervan voorkomen op de zegels van Stavoren (in 1246), Harderwijk (1280) en andere Zuiderzee stadjes. Ook de stads zegels van Elbing (1242), Wismar (1256), Danzig (1299), Stralsund (1306), Kiel (1365), Stubbekjö- bing (1367) en andere Oostzee steden als mede die van Ipswich, Rye, Tenby en andere Engelsche steden, waarmee Stavoren en Hindeloopen handel dreven, laten ons een gelijksoortig scheepstype zien. Ook Am sterdam heeft van oudsher een koggeschip in zijn zegel. Wanneer wij er ons rekenschap van willen geven hoe de Friesche steden en het Friesche platteland er in de latere middeleeuwen uitzagen, mogen wij niet over het hoofd zien, dat Leeuwarden, dat zich in dezen tijd speciaal door zijn vereeniging met omliggende 36

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 39