gonnen zij met hunne terpen kunstmatig op te hoogen en waar de ligging daartoe aanleiding gaf, dijkvormig aaneen te sluitentoen dat echter geen voldoende veiligheid meer gaf moest de om- en afsluitdijk rond om Friesland worden aangelegd. Vóór dit grootsche werk eenigszins doeltreffend kon tot stand komen waren de orde en tucht, die de kloosters hier van de elfde eeuw af, in het openbare zoowel als het economische leven hebben weten te scheppen, noodig. Dit leggen van den zeedijk, de z.g.n. „gouden hoep" om geheel Fries land, is zeker wel een van de markantste mijlpalen in de Friesche geschiedenis. Van een zeevarend en kwelder- bewonend volk werden de Friezen door deze afsluiting, d.i. van omstreeks de ge a ioe eeuw af, vrijwel uit sluitend een volk van veehouders en landbouwers. Mr P. C. J. A. Boeles verdeelt in zijn boek „Fries land tot de elfde eeuw", het standaardwerk over de terpencultuur, de terpentijd in 3 periodes, te weten 1 e. De beginperiode van de eerste eeuwen vóór tot dr 400 na Christushierin valt van het begin onzer jaartelling af de tijd van den Romeinschen in vloed 2e. de middelste periode, de tijd van immigra tie en strijd tegen het Frankische Rijkhier vloeien tot in het midden der 8e eeuw vreemde cultuur invloeden van het Oosten en van het Zuiden uit voort en 3e. de laatste periode van de 8e tot de 11e eeuw: Friesland als deel van het Frankische Rijk, de Kerstening onder Karei de Groote, de strijd en ver warring onder diens opvolgers en de plundertochten der Vikingen. Zijne beschrijving is behalve op historische bron nen vooral gegrond op de rijke verzamelingen in het Friesch Museum, waar de vondsten uit alle over de provincie verspreide terpen verzameld en geordend zijn. Doordat de goed afsluitende terplagen ook hout, been, leer, ijzer en allerlei organische stoffen hebben geconserveerd en daardoor groote massa's oude cul- 2 17

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 20