waren, het leer van de schoeisels en alle andere voor
werpen van organische grondstoffen. Wij hebben dus
van de cultuur van deze oude zandgrondbewoners
maar een zeer beperkte kennis.
Ook de in hurkende houding begraven lijken zijn
alleen herkenbaar aan een donkere, dikwijls scherp
omlijnde afteekening in het helder-gele zand. Zelfs
van de zwaardere beenderen en de tanden is niets over
gebleven.
In deze laatste perioden is het versierde hunne
bedden-vaatwerk verdwenenscherven van grof in-
heemsch aardewerk van het type, dat wij ook in de
volgende periode aantreffen is er voor in de plaats
gekomen.
Ook dit verschijnen en verdwijnen van verschil
lende typen van aardewerk bewijst mijns inziens, dat
de vroege bewoners der Friesche zandstreken beston
den uit verschillende stammen, die zich hier achter
eenvolgens in deze eeuwen tijdelijk of blijvend hebben
gevestigd.
Eenige jaren geleden is in het Friesch Museum een
aparte zaal ingericht voor deze steen- en bronstijd
vondsten. Behalve groepen der verschillende arte
facten vindt de bezoeker daar plattegronden, door
sneden en modellen van de, onder leiding van Dr A.
E. van Giffen in de laatste jaren verrichte opgra
vingen, die een overzicht geven van den cultuur
toestand dier tijden.
Bronzen zwaard gevonden in
Frieslands Zuid- Oosthoek.
14