mentprenten van Hans
en Paul Vredeman de
Vries. De Friesche
keeftjes.
Afb. VII, XVI, 29,
30, XIX, 34, XXI,
37, 38, XXII, 39, 40.
De textielbewerkers.
Kleeding, letterlap-
pen, gekleurde sitzen,
katoendrukkerijen en
blauwververijen.
Afb. XXIII, XXVII,
5°-
De Friesche volks
drachten en de invloed
daarvan op het kunst
ambacht en de volks
kunst. De Manninga-
dracht, de 16e eeuw,
het opkomen van het
oorijzer en de kanten
muts.
Afb. XXV, 46.
Glasslijperijen, spie-
gelmakers, glasfabriek,
boekdrukkers, boekbin
ders, enz. enz. Verzame
ling van bontpapieren
deels eigen fabrikaat
deels import uit Augs-
burg en Neurenberg,
gaise-Italienne-Allemande et des
Pays-Bas (Flamande et Hollan-
daise) par D. Guilmard, (1881).
bladz. 91
Samplers selected and described
by Leigh Ashton of the Victoria
and Albert Museum (1926), The
Chintz Book by Mac Iver Perci-
val (1923). Het artikel van Me
vrouw A. M. Lubberhuizen-van
Gelder in Cultureel Indië, 3e
Jaarg. (194O.
bladz. 94.
Mannus-bibliotheek no. 23. Die
Tracht der Germanen i. d. vor-
und frühgeschichtlichen Zeit von
G. Girke 1922. Ost-Friesische
Volks- und Rittertrachten von
1500 des Hauptlings Unico Man-
ninga in h. Jahrbuch der Gesell-
schaft f. bildende Kunst zu Em-
den. Bd. X, Heft 2, 1893.
Tracht und Schmuck im Nordi-
schen Raum v. H. Reinerth, 1939.
Nanne Ottema over de West-
Friesche Boeredracht in het Jaar
boek v.. d. West-Friesche Stijk.
In kleuren en kleeren door C.
K. Elout, Uitg. v/h Handelsblad,
=t 1925 en Mode-metamorphosen,
de kleedij onzer voorouders i. d.
16e eeuw d. Mevr. Der Kinderen-
Besier, 1933.
bladz. 93.
Noord-Nederlandsche muntge-
wichtmakers door Aug. Sassen.
Tijdschrift van het Kon. Ned.
Gen. v. Munt- en Penningkunde,
20e Jaargang 1912De kunst
der oude boekbinders, 15e en 16e
eeuwsche boekbanden in de
Utrechtsche Universiteitsbiblio-
121
