"9
De geweer- .en pistool
makers te Leeuwarden
gevestigd in de 18e
eeuw.
Afb. XVII, 31.
Weerglasmakers, die
zich in de 18e eeuw
hier vestigden en af
komstig waren uit de
dalen der Italiaansche
Alpen.
Het pottenbakkers
ambacht.
De ceramiek uit den
kloostertijd, tegels en
kannen, ongeglazuurd
en met loodglazuur. De
ontgraving van de Leeu
warder jachthaven, het
aardewerk uit het. laatste
kwart van de 16e eeuw,
de import van steengoed
uit de Rijnstreek en van
aardewerk uit Hessen.
De opkomst van het
majolica-tinglazuur aar
dewerk een nieuwe
techniek via Antwerpen
geïmporteerd uit Spanje
en Italië.
In Friesland majolica
fabrieken in Harlingen,
Makkum en Bcdsward.
De import uit Delft en
bladz. 79.
Ik kwam op het spoor van fraai
werk van deze kunstnijveren in de
Königliche Gewehr-Galerie zu
Dresden, waar ik een tweetal
pistolen van Leeuwarder Meesters
aantrof. Zie de gids van dit Mu
seum, August DemminDie
Kriegswaffen, eine Encyclopedie
der Waffenkunde (4e Auflage
1893) en Die Schutz- und Trutz-
waffen des Mittelalters von Victor
Poschenburg, Weenen (1936).
bladz. 81.
Verhandelingen over de Baro
meters, thermometers en notiome-
ters of hygrometers, door den
Heer DUit het Fransch
's Hage 1730.
bladz. 82.
Naar aanleiding van de cera
miek, verzameld in het Friesch
Museum en het Princessehof, en
de ontgraving van de Leeuwarder
Jachthaven in 19161918, publi
ceerde ikTrekpotjes van roode
aarde (Leeuwarder courant
7 Maart 1914) over Harlinger
tegeltableaux, verslag Friesch Mu
seum 1919; Het aardewerk in
Friesland in gebruik van de 12e
tot de 19e eeuw, Verslag 1920/4;
Over het aardewerk uit de Leeu
warder Jachthaven, Vrije Fries
dl. 31 (1918) en Oude Kunst 3e
jaarg. (1918) Friesche majolica,
Vrije Fries dl. 27 (1924); De
Friesche majolica uit de ie helft
van de 17e eeuw dl. 27 (1924)
De opkomst van het majolica be
drijf in de Noordelijke Nederlan
den, Oud Plolland, jaarg. 42
(1925) bl. 237262. Oud Ant-