II. De terpbewoning op den kleigrond van de se eeuw vóór
tot de ne eeuw na Christus. bladz. 15.
De ontwikkeling van
het terplandschap als
factor voor de bewo
ning. De invloed der
Romeinsche cultuur in
de eerste vier eeuwen
onzer jaartelling. De
immigratie van Noorde
lijke en Oostelijke stam
men. De Frankische
overheersching en de
invoering van het
Christendom. De ver
deeling van den terpen
tijd in drie periodes: ie
periode tot 400, 2e
periode tot 800, 3e
periode tot 1200.
Afb. III en IV.
Zie voor verdere af
beeldingen Mr Boeles
Friesland tot de 11e
eeuw.
Zie ook Koenen. Ge-
fasskunde der Vor-Rö-
mischen und Römischen
Zeit.
Ook hier blijft het werk van
Mr Boeles het aangewezen boek
voor Friesland. Daarnaast raad
plege men het pionierswerk van
W. Pleyte „Nederlandsche oud
heden van de vroegste tijden tot
op Karei de Groote" (1877
1903) en de opeenvolgende wer
ken van Dr J. H. Hohverda
Nederlands vroegste beschaving
(i9°7)> Nederlands vroegste ge
schiedenis, ie druk 1918, 2e druk
1929, Dorestat en onze vroegste
Middeleeuwen, alsmede de oud
heidkundige mededeelingen uit
's Rijks Museum van Oudheden
te Leiden. Zie voor het Romein
sche aardewerk ook de publica
ties van Dr Holwerda over het
gebruiksaardewerk uit het Mid-
dellandsche Zee-gebied in het
Museum te Leiden (1936) en
De Belgische Waar in het Mu
seum Kam te Nijmegen (1941)
en voor het algemeen overzicht
Dr A. W Byvanck „Nederland
in den Romeinschen tijd". Delen
I en II ie druk 1943, 2e druk
1947-
III. De kloosterbeschaving van de 11e tot de 16e eeuw.
bladz. 26.
De verdere ontwikke
ling van het terpland
schap door zijn bewo
ners en de noodzaak tot
het ophoogen der ter
pen tegen de wassende
zeevloeden. De groote
ommekeer door het klin
ken van Friesland in
een gouden hoep, de
omsluitdijk, ter beveili-
Het standaardwerk over deae
latere Middeleeuwen in Friesland
moet nog geschreven worden.
Feitelijk steunen wij hier nog
steeds op het artikel „Friesche
toestanden in de Middeleeuwen"
door Prof. P. J. Blok geplaatst in
zijn verspreide studiën op het ge
bied der geschiedenis (1903). We
kunnen dit aanvullen met eenige
studies geschreven door Prof. I.
III