(voor dit artikel speciaal de Paardepijp tusschen de Peper- en de Oosterstraat) voor eenige stuivers te verkoopen. Tegen den tegelwand hing een oude stoel- tjesklok met meerminnen ter weerszijde van de be schilderde wijzerplaat en een klein spiegeltje met smal schildpadlijstje. Op de secretaire met koperbeslag een paar bonte porceleinen kommen, op een latafel een Engelsch theeserviesje. Deze laatste meubels hadden als nabootsing van een stadsmode 't oude Friesche keeftje reeds vervangen. Toen ik er een jaar of tien later weer kwam waren de oude visscher en zijne vrouw de eeuwige rust ingegaan en was al dat moois uit Eemewoude verdwenen. Een ander interieur in die dagen in Slappeterp was niet minder mooi. Het bezoek gold hier een klein landbouwbedrijfje van een gardenier, die uit eenige pondematen land een bestaan moest zoeken. Rondom de langwerpig vierkante tafel gezeten op ouderwetsche hooge knopstoelen, de kinderen op de lappenbank voor de ramen, ieder met een kom dampende koffie zich de handen warmend, zie ik het geval nog voor mij als was het een magistrale teekening van Vincent van Goch. Ook hier werd het geheel door goede volkskunst aange vuld. Een groote ronde biezen mat over den vloer, bie zen stoelen, een groote vierkante schouw met oud Delftsche borden, een bont schoorsteenvalletje, een ijzeren haal, koperen ketels en pannen, ijzeren tangen, poken, aanblazers enz. enz. Niet minder typisch waren toen de halfdonkere pui kamers achter de winkeltjes, de tegelkamers, de oude voorhuizen, de gangen met hunne poortjes, en trap pen naar opkamertjes, de kelderkamers en -keukens, de pothuizen, de zolders met de hooge eikenhouten kappen, overal de oude geëigende omgeving aangekleed met de uit het volk geboren en door het volk zelf ge kweekte kunst. Als men van al dat moois nog wil genieten moet men nu naar onze musea gaan waar 100

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 103