HOOFDSTUK VII
VOLKSKUNST
Het begrip Volkskunst is zooals wij hiervoor reeds
zagen allerminst scherp en nauw begrensd. Bij het
overzicht van de Ambachtskunst, dat ik hiervoor voor
mijne provincie en mijne stam heb trachten te geven
heb ik herhaaldelijk reeds over volkskunst gesproken
en menig stukje echte volkskunst afgebeeld om de
eenvoudige reden, dat er geen scherpe scheidingslijn
tusschen beide begrippen te trekken is. Volkskunst
kan men evenzeer opvatten als kunst gemaakt door
als voor het volk; het doet er evenmin veel toe door
wie en waar het gemaakt wordt. Want de bekwame
ambachtskunstenaar, die in zijn ledigen tijd voor zijn
liefste met bijzondere zorg een mooi werkstukje maak
te, dat met zijn gildeproef kon wedijveren deed even
zeer aan echte onvervalschte volkskunst als de boeren
knecht, die in winteravonden bij een flakkerend olie
lampje aan de groote schouw gezeten een kerfsnee-
ornament uitsneed, de schipper die op lange reizen
in de scheepskajuit van zijn zeilschip een model hier
van optimmerde en optuigde, de scheper, die op de
wijde heivlakten met zijn schapen ronddwalend zijn
houten breischede met snijwerk versierde, want die
allen besteedden hun ledigen tijd door het met liefde
versieren van een voorwerp voor dagelij ksch en huise
lijk gebruik Volkskunst kan men dan ook gemakkelijk
in allerlei groepen onderbrengen hetzij naar de bewer
kers alsboerekunst, gildekunst, schipperskunst, sche
perskunst hetzij naar de techniekenbeeldhouw
kunst, draai- en drijfkunst, weefkunst; hetzij naar de
gebruikte grondstoffenhout, brons, tin, ijzer, zilver,
been, leer, ivoor, schildpadhetzij naar de bestemmin
gen alslijfssieraden, eetgerei, tabaksdoozen, tabaks
pijpen, pijpenfoudraals, pijpuitpluizers en ander rook-
98