schonk die den roem van deze rijke koopmansstad uitmaakten. Hoe onrustig en aanhoudend bedreigd door inner lijke twisten en vreemde dwingelandij inmiddels het bestaan was, leeren ons de huizen welke aan de Schutters toebehoorden. Want, van daaruit lie pen zij te wapen telkens een vreemde inval dreigde of de stad sidderde onder de kreten van het op standige grauw. Maar, waren de tijden weer rus tig, dan schaarden zij zich in vol ornaat op het Marktplein of dromden tesamen in hun hoven om er te feesten en hun schutterstornooien te houden. Het belangwekkendste gildehuis is dit van de brouwers; ofschoon het, in tegenstelling met de huizen van andere gilden, aan de straatzijde Brou wersstraat niets dan een eenvoudigen, witten punt- gevel vertoont. Hoe het water er over de verschil lende brouwerijen verdeeld werd kan men er thans nog nagaan en dit mechanisme is even naïef als vernuftig. Bijzonder rijk is de zestiende eeuwsche vergaderzaal op de verdieping en die o.m. op mees terlijke wijze vereeuwigd is geworden op het be kende doek van Hendrik de Braekeleer. Zij bleef gelukkig bewaard. Behangen met Mechelsch goud leder, versierd met een schilderij van den Italiaan- schen schilder Pelegrini voorstellend ,,De verheer lijking van de elementen van het bierbrouwen", en met een portret van Gilbert van Schoonbeke, spaansche lederen zetels, eikenhouten zitbank en tafel en een kristallen luchter, vormt deze zaal een der stemmigste en tevens weelderigste interieurs van dien tijd. Overal ziet men er overigens het wapen van het gilde. Ieder gilde of ambacht had trouwens zijn symbool of wapen. 66

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 81