gasthuis voortbracht en welke tegen het gasthuis paalt, is thans vervormd tot een stedelijken Kruid tuin waarmede meteen een waardevolle stadsver- fraaiïng verkregen werd. Evenals de godshuizen is ook het St Elisabeth- gasthuis achter een straatwand gelegen en dient het dus gerekend te worden bij de verholen schoon heid van Antwerpen. Weinige minuten verder, toenmaals buiten de wal len, lag eertijds het begijnhof. Het kende er zijn grootsten bloei, want talrijk waren zijn haardste den en rijk zijn bezit aan gronden. Omstreeks 1540 werd dit welvarend hof door Marten van Rossem afgestookt en gingen de begijnen op den dool. Zij vonden tenslotte een onderkomen in de Roode straat, op een grond tegen de Roodepoort van de Paardenmarkt. Daar hebben zij opnieuw hun huis jes en hun kerk gebouwd, hun boomgaard aange legd en dan dit alles veilig afgesloten met een hoo- gen muur zoodat men nog alleen bij dag en op het door hen gestelde uur bij hen binnen kon door een groote poort waarboven zij het beeld van de H. Begga, hun patrones plaatsten. Zoo ligt het er nog, met zijn bochtige straatjes, zijn baksteenen kerkgebouw, zijn boomgaard en zijn poppenhuisjes. Ongelukkige „verfraaiingen" aangebracht op het einde van de vorige eeuw hebben het voorheen on getwijfeld bescheiden karakter erg gehavend en het grootendeels verlaagd tot een pseudo-middel- eeuwsch vesting-decor van tinnen, torentjes en kanteelen. Toch waart er nog iets van de stille be gijnhof-atmosfeer omheen zijn straatjes en zijn kerk en in de ruimte van zijn rustieken boomgaard. 63

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 76