uitbeelden. De H. Sebastiaan die de middenfiguur vormt is als een hymne aan de schoonheid van het menschelijke lichaam. Een andere kerk, die van Carolus dankt hoofd zakelijk haar luister aan haar 17' en 18' eeuwsch beeldwerk van de vermaarde Antwerpsche beeld houwers Artus Quellin, van Baurscheit de Oude, Collijns De Nole, en anderen. Overigens schuilt de waarde van dezen eerder spectaculairen tempel hoofdzakelijk in zijn prach- tigen Renaissance toren, op zijn eerste verdieping versierd met Dorische zuilen, op zijn tweede met Ionische, om ten slotte gracievol bekroond te wor den met een sierlijke koepel. Feitelijk vindt men tallooze van de vermaardste na men van schilders en beeldhouwers voor, tijdens en na Rubens in deze rijke kerkbemeubelingen terug, zoodat bij een bezoek aan deze oude tempels zich een groot deel van het geschiedkundige Antwerp sche kunstleven in al zijn glorie en kunde voor het oog ontrolt. Van de Caroluskerk dient voorname lijk vermeld te worden dat het de eenige oude Ant werpsche kerk is welke een gaanderij bezit. Al deze kerken zijn min of meer ingebouwd, geen enkele staat volkomen vrij in het stadsbeeld. Maar van alle doemen de torens op boven hun omgeving, stijgen zij opwaarts boven gevels en daken, en zoo werden zij alle glorieuze accenten in het stads beeld. Uitgezonderd die van de Augustijnen die tot zeer bescheiden proporties herleid is, vervul len zij daarom zulk een overwegende rol in dit beeld. De toren van St Jacobs moest volgens het plan zelfs de kathedraaltoren in hoogte overtref fen. Gebrek aan geldmiddelen heeft echter de uit- 46

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 57