van deze onrust. Het vervormde zich meer dan bij meer kalmte en bezonkenheid zou gebeurd zijn. Wij wezen er reeds op hoe de oudste agglomeratie, deze van de burcht bij den bouw van de Schelde- kaaien die tevens een verbreeding van den stroom voorde stad meebracht, volledig verdween. Wat dit voor het wezen van de stad beteekende, kunnen wij best nagaan op oude teekeningen en gravuren. Ook het stadspanorama aan de Schelde, het reede- zicht, onderging daarbij een grondige verandering. Het schilderij van Mols o.m. geeft daarvan een treffend denkbeeld. En in hetgeen van de oude stad verder overbleef, werd bovendien zoo duch tig huis gehouden, zonder eenig respect of piëteit voor het verleden, dat zoo goed als geen enkele straat, noch plein, het oorspronkelijk uitzicht onge schonden heeft kunnen bewaren. De oude archi tectonische eenheid is dan ook t' allekant verbro ken. Een straat of plein met een aaneengesloten front van geschiedkundige bouwwerken bestaat nergens meer. Overal blijven alleen fragmenten over. Toch kan men, oordeelend naar hetgeen overbleef en deze overblijfselen aanvullend met de bestaande topografische dokumenten van hetgeen verdween, bevestigen dat in haar glorietijd Ant werpen in schoonheid voor geen enkele Vlaam- sche stad moest onderdoen, zelfs niet voor het zoo hoog geroemde Brugge. Bekijken wij het tegenwoordige stadsbeeld dan treft het ons onmiddellijk dat dit beheerscht wordt door een enkel monument, door den kathedraal toren, voor den Antwerpenaar den toren. Allerwegen zien wij zijn fijnen kop boven de hui zen oprijzen en zekere straten als de Lange Nieuw- 37

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 46