ten, het groote stapelhuis met feestzaal gebouwd.
De kroon op zijn rustelooze bedrijvigheid echter
zette hij met zijn vermaarde Brouwerswijk in de
Nieuwstad, met den bouw van zestien brouwerijen
en dit juweel dat het Brouwershuis, zetel van het
gilde van de brouwers, was. Al deze brouwerijen
ontvingen hun water van een met dit doel gegra
ven vaart (de Herentalsche vaart) dat bij middel
van een ondergrondsche geleiding naar de hoofd
inrichting van het bedrijf, het Brouwershuis, ge
voerd werd van waaruit het over al de brouwerijen
verdeeld werd.
Met deze durvende innovatie bracht van Schoon-
beke den doodslag toe aan de brouwerswijk van
de Kammenstraat. Zij werd hem trouwens nood
lottig, want de brouwers waarvan hij den onder
gang bewerkt had, verspreidden alarmeerende ge
ruchten over de hoedanigheid van het water van
de Herentalsche vaart, wisten het gepeupel op te
hitsen, en van Schoonbeke moest de wijk nemen
naar het stadhuis om zijn leven te redden. Hij
vluchtte kort daarna uit de stad om elders weldra
nog zeer jong als banneling te sterven.
Wij hadden reeds vroeger de gelegenheid om even
over den grooten verbindingsweg op Deurne, over
den landrug van het Kipdorp en den dijk, den
Eyendijk, te spreken. Wij vinden hem thans nog
in zijn zelfden loop terug in de groote verkeers
ader: Oude Beurs, Wolstraat, Kipdorp, St Ja-
cobsmarkt (aanvankelijk eveneens onder de bena
ming Kipdorp bekend), Carnotstraat, Turnhout-
sche Baan.
Een tweede verkeersader op een ouden landrug
is deze van de Hoogstraat. Om hem te bereiken
28