Kuier verder, door een eng straatje de ruime Ko renmarkt op, de breede Suikerrui tegemoet. De einder opent zich en gij voelt de nadering van de Scheldelucht. Nog een eindje verder, de wandel terrassen op, en daar verschijnt de Schelde, breede, grijze stroom met rusteloos voortwentelende wa teren. Dadelijk begrijpt gij dat zich hier de poort op de wereld voor u opent, dat gij hier voor de levens ader van de stad staat. Inderdaad, de Schelde maakte Antwerpen; het is de Schelde die Antwerpen het aanschijn gaf, zegen en arbeid bracht, van in de vroege tijden tot nu, het is de Schelde die alle rassen binnen deze stad bracht en er het bloed van haar bewoners vormde. Het is ook de Schelde die aan de stad haar archi tectuur en vorm, haar levenswijze, temperament en eigen persoonlijkheid gaf. Antwerpen, de Schelde- stad. Inderdaad, de stroom drukte er zijn onuit- wischbaar merkteeken op. Langzaam glijdt de blik over het voortklotsende water. In uw verbeelding ziet gij den stroom weer bevolkt met karveelen, galeien en galjoenen, zeil schepen en kotters. De techniek van eeuwen scheepvaart defileert voor het oog, verdwenen ge slachten van in satijn en bont uitgedoste kooplie den, van rumoerig bootsvolk, roeiers en sjouwers, trekken in een sprookjesachtige optocht voorbij als een onsterfelijke hymne aan het geld en den arbeid. In den hoogen toren achter u zingt de rammel van den beiaard zijn liedje. Gij wendt het oog van den stroom, staart naar den grijzen reus die ten hemel klimt boven gefestoeneerde, oude trapgeveltjes. Het donker-roode Vleeschhuis komt even met zijn 9

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 12