de Schoone, had de stad telkens bij te dragen in de
lasten, die haar werden opgelegd door den strijd
die deze vorsten hadden te voeren.
Dan breekt de 16e eeuw aan, in welks aanvang de
kerkhervorming optreedt en in verband daarmede
de oorlog met Spanje, die tachtig jaren zou duren.
In de eerste jaren hiervan krijgt Vlaardingen
groote moeilijkheden te dragen, die ten slotte ein
digden in een groote ramp, doordat het grootste
deel van de stad jn vlammen opging. Wat toch
was het geval. Toen in 1572 de Watergeuzen Den
Briel hadden genomen, namen zij vervolgens Delfs-
haven, Schiedam, Maassluis en andere nabij gele
gen plaatsen, en ofschoon Vlaardingen daarbij niet
speciaal wordt vermeld, moet het, gezien de lig
ging, wel daarbij hebben behoord. De Spanjaarden
verjoegen op hun beurt de Watergeuzen uit deze
plaatsen, waarna een Spaansche bezetting te
Vlaardingen gelegerd werd, die in het voorjaar van
1574 opbrak. Het behoeft geen betoog, hoede stad
onder die bezetting had te lijden, doch hetgeen de
bevolking had doorgemaakt zou door nog grooter
rampen gevolgd worden. In den zomer van ge
noemdjaar overwogen de Spanjaarden in verband
met de hervatting van het beleg voor Leiden de
verovering van de Schans te Maassluis. Toen de
Vlaardingers dit vernamen sloeg hen de schrik
om 't hart; zij dachten aan een nieuwe bezetting,
waarom de bevolking de vlucht nam in de richting
Schiedam. Het Schiedamsche krijgsvolk, op buit
belust, viel de vluchtelingen aan, plunderde en
mishandelde hen, zoodat de vluchtende bevolking
geen andere uitweg zag, dan de wijk te nemen
naar Voorne en Putten. Hierop trok een deel van
het Schiedamsche krijgsvolk, waarbij zich een
troep burgers voegde, onder aanvoering van een
zekere snijder Benjamin en een wever, wiens naam
78