Zusterstraat bij de Noordmolenstraat; het Con
vent van Liliendaal op den Achterweg, thans het
Hervormde Weeshuis en het Bagijnhof ten zuiden
van de St Janskerk. In het Broersveld, dat er naar
werd genoemd, zien we het klooster der Kruis
broeders liggen.
De volgende kaart, door Jacques de Gheyn (1565
1629) dateert van een kleine veertig jaren later,
uit 1598. Deze geeft reëds een duidelijker beeld
van de stad te zien, waarvan de bebouwing alge-
meener is geworden. De vier reeds genoemde stads
poorten zijn met één vermeerderd, met de in 1592
gebouwde Christoffel- of Hoofdpoort bij de Haven.
Even buiten de OverschiescLe poort ligt het
Leprooshuis, op welke plaats thans het Proveniers
huis staat en het kasteel der Heeren van Matenesse
wordt er op voorgesteld als een groote ruïne. Ook
het Bagijnhof achter de St Janskerk is duidelijk
te onderscheiden. Op de wallen zien we drie
molens afgebeeld; even buiten de Kethel-poort
zien we „de clopmolen" en bij de Vlaardingsche
poort een papiermolen. Over de Schie ging men
evenals over de Haven met twee klapbruggen.
In het „Tonneel ofte beschryvinghe der Steden
van Hollandt" door Marcus Sverius Boxhorn
(1612-1653), verschenen in 1632, komt een plat
tegrond van Schiedam voor, die ons de uitlegging
„Over de Haven" laat zien, waarmede het terrein
bedoeld wordt ten westen van de Lange Haven. In
1612 was besloten tot het graven van een Nieuwe
Haven, ten westen van de oude. Deze nieuwe
haven moest een rol in het uitschuringsproces
spelen. Zij kon aan het begin en aan het einde
(HoofdbrugKorte Haven) met sluisdeuren wor
den afgesloten wanneer het water op hoog peil
was gebracht en door opening van de sluis aan de
Korte Haven en de buitensluis bij laag water,
22