terwijl in een oud kroniekje x) verhaald wordt,
hoe in 1416 „de Haringh-buysen de eerstemael
upt Texel gevaren/om Haringh te vangen/gevan-
gen sijnde/singen de Matroosen gemeenlijck:
Na geen Sieckte wy nu vragen.
Hier is onze Medecijn,
Die ons qualen kan verjagen,
Hier moet op gedroncken sijn.
Ongetwijfeld houdt met deze versjes verband de
naam, die sommige vischwinkels dragen: In de
gezonde apotheek.
Niet zoodra was de haring onderweg of de Hol-
landsche driekleur werd uitgestokenhet nationale
feestbanket was aangekomen, er was feest in Ne
derland! De vischhandelaren hingen dikwijls ook
een met groen en bloemen versierde kroon uit,
waarin een haring hing, ten teeken dat deze bij
hen verkrijgbaar was.
Doch de boekhouders (reeders) wenschten, dat
vóór de nieuwe haring op eenige tafel verscheen,
dat de landsvorst en zijn gezin de eerste proeve
er van zouden ontvangen en zij haastten zich om
de eerste haring in allerijl aan den Stadhouder,
later aan den Koning en aan de Koningin, aan te
bieden, waarbij een brief werd gevoegd, waarin zij
hun hulde betuigden.
De oorsprong van dit oude gebruik is onbekend.
Mogelijk bestaat er verband met de „hofvisch",
een tiend of belasting op alle zeevisch, die ten bate
van de Graven van Holland werd geheven, of is
dit gebruik te verklaren als een klein bewijs van
erkentelijkheid der reeders jegens den vorst, want
Een kleyn Cronyxken, waer in vertoont wordt, hoe over
eenige hondert Jaien veel Steden en Dorpen by en om
Wieringen waren, t'Enchuysen, z.j.
185