Die lang wil koopman zijn Wachte zich voor paard en wijn. Haring mag wel 't derde zijn. Niet iedereen is zoo gelukkig als zekere Goosen Klink te Vlaardingen, van wien bekend is, dat hij in 7 jaren, nl. 1765-1771 in 20 reizen aanbracht 361 last en 12 ton haring! Zijn naam werd onge veer identiek met „gelukskind" en jaren lang bleef het gewoonte om iemand, die in huiselijke om standigheden of in handelszaken voorspoed onder vond, aan te duiden met „hij is een Goosen", zelfs drukte men de hand van zoo'n gelukkige onder de simpele toevoeging „Goosen", waarmede men wilde zeggen „ik feliciteer U". Dan werden de laatste toebereidselen getroffen om de schepen reisvaardig te maken; S. Mou- lijn Jz., die ik reeds aanhaalde, schildert het ons in een van zijn gedichtjes: Nu gerangschikt langs de kade, Rukken schrapper, boender, kwast Aan het teeren en tot smeeren, Van de kiel tot aan den mast. Dus gereinigd en beschilderd, Rood en zwart en wit en groen, Wacht het schip op volk en leeftogt, Om de reis naar zee te doen. Op den wal: wat bont gewemel! Wat al drukte, wat gewoel, Wat al werken, zwoegen, sloven Alles tot hetzelfde doel! Hier gezeul met want en touwwerk, Tonnen, met en zonder zout Daar met allerlei victualie, Zwavelstokken zelfs en hout. 178

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 194