naam, omdat heel Vlaardingen uitliep en langs
de haven wandelde. Dit schouwspel, dat telken
jaren terugkeerde, trok de bevolking aan en ook
uit de omgeving der stad kwamen er velen om
te zien
Hoe de vloot in feestdosch schittert
Op den blijden Wandeldag,
Als de driekleur vrolijk wappert
Tusschen mast en touwwerk door,
En het koeltje vrolijk heenwijst
Naar het vruchtbaar waterspoor x)
De gepavoiseerde schepen hadden de naamvlag
in top; hieronder hing de kantoorvlag, terwijl in
bonte verscheidenheid allerlei seinvlaggen aan de
lijnen van het tuig waren aangebracht; aan de
achtermast prijkte de nationale driekleur. Op het
achterdek van tal van schepen was dan dikwijls
een zonnetent opgeslagen, waaronder de reeder
met familie en kennissen met den schipper de
kansen van de teelt zat te bespreken onder het
drinken van een kop koffie of thee of een meer har
tige drank. Die kansen brachten een tijd van span
ning mede. De bewering, die men wel eens hoort,
dat de haringvisscherij zulk een winstgevend be
drijf is, is verre van juist. De verwachtingen, die de
reeders van de teelt hebben, vallen dikwijls tegen
en de resultaten beantwoorden soms op geen stuk
ken na aan de kosten, die gemaakt zijn en de
moeite die besteed werd. Een oud visschersspreek-
woord zegt dan ook„Visscherij is loterij" en een
ander gezegde luidt:
Ï77
l) Des zomers. In de stad, door S, Moulijn Jz, Vlaar-
dingsch Jaarboekje, 1868, blz. 67-71,
12