HOOFDSTUK XXI UIT DE GESCHIEDENIS DER HARINGVISSCHERIJ De visscherij en speciaal de haringvisscherij is gedurende eeuwen zulk een belangrijke bron van bestaan geweest voor ons land en vooral in de drie Maassteden, dat de verleiding wel groot is om hierover een en ander mede te deelen. Het is niet alleen een uitgebreid onderwerp, doch ook zou ik op zulk geheel ander terrein komen, dat ik me voor dit boekje bepalen moet tot eenige historische gegevens en het folkloristisch gebeuren, dat plaats greep bij de aankomst van den nieuwen haring. Het laat zich begrijpen, dat ons land, gelegen aan de zee en doorsneden door vele groote en kleine binnenwateren, vanouds bij uitstek geschikt was voor de uitoefening van de zee- en riviervisscherij. De plaatsen, die aan de zeekust en aan de rivier monden ontstonden, hebben ongetwijfeld grooten- deels aan de visscherij niet alleen hun ontstaan, doch ook hun opkomst te danken, omdat er zich verschillende bedrijven vestigden, die met de vis scherij in verband stonden of er een uitvloeisel van waren. Behalve de boekhouders (reeders)die de schepen uitzonden, en de „stierluyden" en visschers, die er de bemanning van uitmaakten, ontwikkelden er zich allerlei bedrijven. We denken aan de scheeps timmerwerven, aan mast- en blokmaker ijen, aan hoek- en sneumakerijen, aan de touwslagerijen en aan de zeilnaaierijen, aan de rookerijen, victua- liënwinkels, enz. 169

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 185