wierp. Gesteund door een aantal gewapende bur
gers en de bloem der burgerij, zooals een schrijver
ons verhaalt, trok men op 20 Januari van genoemd
jaar naar het stadhuis, waar de vroedschap in
vergadering bijeen was en eischte de in 1787
ingeleverde wapens terug, terwijl ontwapening der
schutterij werd verlangd. De vroedschap behoefde
niet lang te rade te gaan en besloot de officieren,
onderofficieren en manschappen der schutterij te
ontslaan, die hunne wapenen binnen vier en
twintig uren moesten inleveren; daarenboven wer
den andere eischen dadelijk ingewilligd. Het stad
huis werd daarop bezet en nadat het genoemde
Comité met de burgerij de toestand had besproken,
wendde het zich nogmaals tot de vroedschap om
deze mede te deelen, dat zij het vertrouwen der
burgerij verloren had en dat de leden er van ont
slagen waren. Toen de vroedschapsleden het stad
huis hadden verlaten, deelde het Comitéde burgerij
mede, dat de omwenteling tot stand was gebracht.
Den volgenden dag koos de burgerij een nieuw
stadsbestuur en het Comité, dat de leiding genomen
had, werd onder dankbetuiging voor de verrichte
werkzaamheden ontslagen.
Na het herstel in 1813 zou de periode aanbreken,
waarin Schiedam zich geleidelijk rustig kon ont
wikkelen. De stad was van oudsher een handelsstad
geweest, waarin zich in de 15e eeuw de haring-
visscherij, die er toen een belangrijke bron van
bestaan was, ontwikkelde, zoodat op het einde
der 16e eeuw er honderd schepen ter haringvangst
voeren. Hiermede hield verband het bestaan van
scheepsbouwer ij en en touwslager ij en, en toen men
in de 17e eeuw ook ter walvischvangst voer, gaf
dit aanleiding tot oprichting van traankokerijen
de handel in traan werd er vrij belangrijk door. De
haringvisscherij moest echter in den loop der jaren
19