HOOFDSTUK XX
GEVELS EN GEVELSTEENEN
an de drie Maassteden, Schiedam, Vlaardingen
en Maassluis, heeft laatstgenoemde, de kleinste,
het meest haar oorspronkelijk karakter behouden.
Een wandeling door Maassluis geeft den bezoeker
telkens verrassende stadsbeelden te zien, waarvan
dat op de Havenkom met op den achtergrond de
Groote Kerk wel een der mooiste is. Verschillende
schilders, w.o. J. H. Mastenbroek en C. W. Smith
werden hierdoor geïnspireerd en hebben dit stads
beeld tot onderwerp van hun doek gekozen. On
danks veranderingen, die in den loop der tijden
plaats vonden en waardoor menige gevel voor een
meer of minder modern bouwwerk ten offer viel,
kan Maassluis nog op tal van groote en kleine
huizen wijzen, die aan vroeger eeuwen herinneren
en een beeld geven, van Wat de toenmalige bouw
kunst vermocht. De sfeer van het stadje wordt het
best weergegeven door de woorden van den dichter
A. J. D. van Oosten in zijn gedicht „de Nieuwe
Waterweg", waarin hij zegt:
Maassluis glijdt nader, een verdroomde stad,
Oud-Hollandsch elegant, proper en deftig.
Hiervan getuigen de stille kaden en straten, de
deftige 18e eeuwsche gevels, die men hier en daar
ziet. Helaas kan men dit niet zeggen van de
17e eeuwsche gevels, waarvan verschillende of
slecht onderhouden zijn of met een verflaag werden
overdekt. Een tweetal mooie 17e eeuwsche gevels
161
XI