HOOFDSTUK XIX
OPENBARE GEBOUWEN
Stadhuis.
Aan het begin van de Hoogstraat staat links het
Stadhuis, dat gebouwd werd naar de teekeningen
van Reyer Pietersz. Dronck en Frans Bubbeson,
terwijl het uitgevoerd werd onder leiding van
Willem de Cordy, die een belooning kreeg „om
nae het werck te sien".
Het is een strak en sober gebouw, dat in de jaren
1675 en 1676 opgericht werd en welks gevel door
zes tot de daklijst doorloopende pilasters in vijf
traveeën wordt verdeeld. De dubbele hardsteenen
stoeptrappen voeren naar de eikenhouten toegangs
deur met koperen klopper, aan weerszijden ge
flankeerd door twee vensters. De vier dakkapellen
worden ieder bekroond door een koperen haring
en het midden op het dak staande rijzige open
torentje heeft als windwijzer een koperen haring
buis, herinnerende aan de gedurende eenige
eeuwen uitgeoefende haringvangst.
Inwendig kunnen wij slechts wijzen op een drietal
regenten-stukken; in de raadzaal hangt een in
1646 geschilderd stuk, voorstellende het College
van de Weth door G. de Bergh en een schilderij,
voorstellende het College van Gecommitteerden
van de Visscherij van 1665. Van laatstgenoemd
college hangt een andere afbeelding in de burge
meesterskamer.
156