komt nog bij, dat in de kerkeraadskamer een schil
derij hangt, voorstellende een man met schietlood
in de hand; dit zal toch niet het portret zijn van
een willekeurig baasje, die een onderdeel der kerk
bezorgde; moeten wij er den bouwmeester Maer-
ten Gillisz. van der Pijpen in zien?
Al is de kerk gebouwd naar het plan der Amster-
damsche Noorderkerk, de gevels wijken echter
hiervan af: de overhoeksche steunbeeren, spits
boogvensters met zandsteenen harnassen en de
boogfriezen doen verouderd aan. De driehoekige
vakken tusschen de armen van het kruis hebben
steenen overkluizingen.
Het inwendige maakt een fraaien indruk door de
goede verhoudingen; de houten tongewelven zijn
in donkeren toon gehoudenhet statige orgelfront,
het donkere eikenhout der banken en de blanke
stoelen, die het midden van het ruim vullen,
werken mede tot een harmonisch geheel, dat ver
schillende schilders aantrok. De kerkschilder bij
uitstek, Johannes Bosboom (18171891) heeft het
intérieur meermalen uitgebeeld en de Utrechtsche
schilder J. P. C. Grolman (18411927) maakte
het inwendige of gedeelten ervan verschillende
keeren tot onderwerp van zijne werken, terwijl de
Maassluissche schilders C. W. Smith en H. Fortuin
niet achterbleven.
Het statige orgel is een der mooiste in den lande
en dankt zijn aanwezigheid aan de milde hand van
Govert van Wijn, de stadgenoot, die op meer dan
een wijze kerk en weeshuis liet meedeelen van
zijne aardsche goederen. Aan dit geschenk is een
wat merkwaardige geschiedenis verbonden, die
hier terloops dient vermeld te worden. Govert van
Wijn, penningmeester van het Visscherij college,
was een practisch aangelegd man. Nu waren er in
eenige colleges regelingen, die hij veranderd
147