mede zoowel ter haringvangst gevaren kon worden als ter beugvisscherij buiten het haringseizoen op of nabij Doggersbank door kielschepen, de Maas- sluissche reeder M. Dirkzwager Gzn (18251895) en A. E. Maas (18171886), reeder te Scheve- ningen, te Boulogne in 1866 de eerste zeillogger lougre lieten bouwen, en in de vaart brachten. Beiden deden veel om de Maassluissche visscherij vooruit te brengen; de dag die hen samen bracht kon met recht genoemd worden de eerste dag eens nieuwen levens voor Maassluis, zooals een schrijver zich uitdrukte. In 1868 richtten zij de Logger Maatschappij „De Toekomst" op. Ook vervingen zij de van hennep vervaardigde netten door katoe nen, die veel lichter waren, zoodat veel meer netten ter haringvangst mede genomen konden worden, hetgeen de vangst ten goede kwam. Was in den ouden tijd een buis uitgerust met 30 netten, dit aantal kon nu sterk opgevoerd worden, zoodat zich tegenwoordig ongeveer 150 netten aan boord bevinden. Door de opleving der visscherij nam de welvaart gestadig toe, want alle bedrijven die er mede te maken hadden ondervonden er de weerslag van. De doorgraving van den Hoek van Holland en de uitdieping van den Nieuwen Waterweg gaven nieuwe perspectieven aan de Maasstad. Nieuwe bedrijven kwamen zich vestigen; sleepdienst- en bergingsbedrijven, scheepsagentuur- en scheeps werven, benevens verscheidene andere bedrijven brachten nieuw leven en gaven nieuwe bestaans mogelijkheden in het stadje, waar de haring en versche visch visscherij en reederij, er sedert eeuwen uitgeoefend, tengevolge van de economi sche omstandigheden na 1924 meer en meer ach teruit gingen, zoodat van de eertijds zoo belang rijke haringvloot slechts enkele loggers overbleven. 140

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 152