1632 vernemen wij, dat er 582 huizen waren en
8 erven; in 1732 vinden wij te Maasluiss 1010
huizen en 1 molen en volgens een aanteekening
van 1741 was het aantal huizen sedert met 22
vermeerderd. De uitbreiding van Maassluis was
ook merkbaar geworden in de Kerkelijke Ge
meente de kerk was veel te klein geworden om het
gehoor te bevatten, waarom overgegaan werd tot
den bouw van een nieuwe kerk, waarover elders
uitvoeriger zal worden gesproken. In 1641 bestond
de Gereformeerde Gemeente uit 700 lidmaten,
welk aantal het volgend jaar, door belijdenis en
vestiging, toenam met 345 leden.
De visscherij was het bedrijf, waarvan een groot
gedeelte van de bevolking bestond. Vanzelfspre
kend was het bezit van een goede haven daarbij
van groot belang. De visscherij ging gebukt onder
de onderhoudskosten daarvan. Een octrooi van
1614 vertelt ons van kosten voor vuren, bakens,
het onderhoud van een gedeelte van zekere hooge
havenkade en van plankieren, strekkende langs de
haven tot op het Hoofd „in het diep van de
Maze" en het vergrooten van de haven. Een later
octrooi, nl. van 6 October 1639 spreekt van het
onderhoud der kaden en dammen aan de Oost
en Westzijde der haven en van groote kosten aan
het Noorddiep. Het octrooi van 20 Juli 1656
regelde de verzorging van tonnen en bakens in het
Noorddiep en andere stroomen, het op diepte
houden van het Hellinggat, het uitdiepen van het
Hoofd, benevens het stellen van lichten op de
haven, welk octrooi 14 Maart 1662 werd vernieuwd.
In 1706 spoelde de dijk langs de haven weg; her
steld, geschiedde dit ten tweeden male in September
1717, waarna in het octrooi van 26 October 1718
melding gemaakt wordt van het onderhoud van ba
kens, lantaarns, afbakenen van vaarwateren, brug-
137