verdediging van Den Briel mede in de hand werd
gewerkt.
Ook de Spanjaarden beschouwden het bezit van
Maaslandsluis voor zich van belang; in 1573 nam
Romero de schans, waarbij Marnix werd gevangen
genomen en voorloopig vastgehouden in het pand,
waarin later het hötel „De Moriaan" thans
afgebroken gevestigd was.
Intusschen breidde Maaslandsluis zich uit; de be
volking nam in aantal toe door vestiging van ver
schillende bedrijfjes, die met de visscherij verband
hielden.
Het laat zich begrijpen, dat bij een toename der
bevolking ook hoogere eischen werden gesteld aan
hare verzorging. De kapel werd vernieuwd, een
school werd gebouwd en een schoolmeester en een
vroedvrouw werden aangesteld. Echter bleek het
reeds spoedig, dat Schout en Ambachtsbewaarders
van Maasland, die wel eischten dat de bewoners
van Maaslandsluis bijdroegen in de kosten van het
ambacht, er niets voor gevoelden bij te dragen
in de behoeften van de Sluizers, hoewel zij door
een appointement der Staten van Holland van
31 Maart 1601 daartoe verplicht waren.
Naast kwesties over het betalen der tractementen
van den schoolmeester en van de vroedvrouw,
kwamen er andere moeilijkheden, nl. over de
bebakening en betonning op de Maas. Daar een
groot deel der Maaslandsluissche bevolking ter
visscherij voer, had men hierbij groot belang voor
de uitoefening van het bedrijf en tot veiligheid
van de vaart. Het was noodig, dat dergelijke zaken
te Maaslandsluis berecht konden worden, hetgeen
voor de Ambachtsbewaarders van Maasland be
zwaren had. Doch ook hun vrijheidsbesef was
oorzaak, dat de Sluizers lang niet met alles genoe
gen namen. Toen b.v. in 1610 de Stadhouder een
132