HOOFDSTUK XV
VLAARDINGER-A MBACHT
^Evenals een rechtgeaard Vlaardinger nog steeds
spreekt over ,,'t land", wanneer bedoeld wordt
het zich oostwaarts van de Haven tot de treinhalte
Vlaardingen-Oost uitstrekkende stadsdeel, zoo zal
men blijven spreken over ,,'t Ambacht", wanneer
er sprake is van de juist tegen de vroegere stads
grens gelegen kom van de voormalige gemeente
Vlaardinger-Ambacht, welke gemeente i Augus
tus 1941 werd opgeheven en grootendeels bij
Vlaardingen gevoegd. Omdat deze gemeente tot
voor zóó kort op zich zelf stond en een zoo geheel
ander karakter vertoont dan het stadsche Vlaar
dingen, waarvan het nu deel uitmaakt Vlaar
dinger-Ambacht was een plattelands-gemeente
wil ik niet nalaten haar een eigen hoofdstuk te
geven.
Van oudsher lagen om Vlaardingen de ambachts
heerlijkheden van Vlaardinger-Ambacht, Zoute-
veen en Babberspolder, waarvan de eerste het
recht van hooge, de tweede dat van hooge en
middelbare en de derde dat van lage jurisdictie
bezat en waar de Heer van Vlaardingen zijn
ambachtsheerlijke rechten uitoefende.
De colleges, die in deze gebieden de regeering uit
maakten en bestonden uit baljuw, schout, am
bachtsbewaarders, welgeboren mannen, achte-
mannen en schepenen, bijgestaan door een secre
taris, vergaderden voor zoover Vlaardinger-Am
bacht en Babberspolder betreft in de herberg
Emaus, ook wel het Regthuis genaamd.
123