tingen voor goederen, die zij in andere steden
zouden hebben en dat zij slechts voor hun eigen
wereldlijke rechters terecht mochten staan; voorts
mochten zij een haven graven met een sluis opdat
de schepen tot binnen de stad zouden kunnen
komen. Hetzelfde jaar stierf Jan I, die opgevolgd
werd door zijn neef Jan II van Henegouwen; deze
zou slechts weinige jaren het bewind voeren, want
reeds in 1304 stierf ook hij, opgevolgd door Willem
III, de Goede. Reeds in 1273 had gravin Aleid
van Diederik van Wassenaar al diens goederen
onder Nieuwland en Nieuwendam gekocht, nadat
zij in 1268 aan haar neef Floris V al haar land
rechten, hofsteden en haar woning te Nieuwer-
schie, gelegen tusschen Ouwerschie en Nieuw
Schiedam had overgedragen tegen een eeuwig
durende rente, waarna zij deze landen, enz. weder
voor zich en haar erven in leen had ontvangen.
Tengevolge van deze transactie ontstonden er nu
en dan grensverschillen tusschen de stad en de
Heer van Wassenaar; deze werden nu 18 Januari
1315 uit den weg geruimd. v,
De opeenvolgende graven hadden de stad telkens
nieuwe voorrechten gegeven, die met den handel
op Engeland en de haring- en zalmvisscherij mede
werkten om de stad in aanzien te doen toenemen,
waardoor de graaf er nu en dan verblijf hield. Dit
blijkt o.a. uit bovengenoemde acte van 18 Januari
1315 en ook uit het handvest, dat graaf Willem III
op 2 April van hetzelfde jaar aan de stad Vlissingen
gaf, welke stukken „Gedaen waren" te Schiedam;
wij zien dan ook, dat in de 14e eeuw de stad
voortaan aldus genoemd wordt en deze naam
behoudt. Nadat Willem V in 1355 Schiedams
oude privilegiën bevestigde, werd eenige jaren
later besloten in verband met het beleg van Delft
in 1359 de stad te versterken; daarom werd een
14