renhuis, vroeger „De Engel" geheeten, dat uit wendig niets merkwaardigs vertoont, doch in de gang fraai stucwerk te zien geeftboven de deuren bevinden zich twee voorstellingen van de haring vloot op zee en aan het einde een klok tusschen engelenfiguren. Over de Dayer welke vreemde naam duidelijker wordt, wanneer men denkt aan darink, een veen- soort, en aan derrie gaat men rechts de Vleer- steeg in, waar op no 35 een trapgevel met gepro fileerde dekstukken de aandacht trekt, in welks gevel een steen, waarin een raap is uitgehouwen boven de omringende cartouche staan de letters P.A. en onder de raap het jaartal 1665. Ditzelfde jaartal ziet men op het deur kalf van het gekop pelde deur- en raamkozijn van den zijgevel in het er naast gelegen steegje. Vlak tegenover het einde van de Vleersteeg ziet men een uit het begin der 17e eeuw dateerende pakhuisgevel met gesneden balk onder de eerste zolder (no 8) en op no 23 van dezelfde straat, de Smalle Havenstraat, welke den etser Brandenburg inspireerde tot een ets, een dergelijke gevel, zij het ook een eenvoudiger. Door deze straat komt men op de Markt, waar de Groote Kerk en de stadhuisgevel domineeren. Naast no 49 een poortje, waarboven een gevelsteen van het oude weeshuis en tusschen de nrs 51 en 56 is een steegje aan welks einde een schutting met deur, waarachter in den gevel van no 54 een steen staat met het volgende opschrift: Laet het vriezen bij de Vriezen 't vriezen past den Wintertijdt. Zou de Vries daerbij verliezen Neen, de Zomer scherpt zijn vlijt. I7I3- 114

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 122