zijn van de ruimte, die zich voor het orgel bevindt. Tevens we'rd aan weerszijden van het orgel een galerij gebouwd. Dit alles geschiedde in 1865. In 1921 bleken de banken te verzakken, hetgeen aanleiding werd tot een restauratie van de kerk, welke haar aanzien verhoogde. Nadat de banken opnieuw waren gesteld, werden de zerkendie er onder te voorschijn kwamen, te samen in het koor gelegd en daar zij alle ontsnapt waren aan de vernielzucht tijdens de revolutie van 1795, ver- toonen de meeste nog de familiewapens van Vlaar- dings notabelen uit vroeger eeuwen. De gelig ge schilderde banken werden in donker eiken geschil derd, waardoor het meubilair een stemmiger aan zien verkreeg. De preekstoel, die in 1865 eveneens werd ver nieuwd en geschonken werd door den pres. kerk voogd A. Hoogendijk Jzn, heeft de koperen leze naar, geschenk van het St Lucasgilde, behouden, terwijl de lezenaar van den voorzanger bestaat uit een koperen adelaar met gespreide vleugels, ge schenk van het Metselaarsgilde. In het koor hangen twee groote gildeborden; een van het Timmerliedengilde, het andere van dat der kuipers, welke gilden deze borden in 1613 en 1652 geschonken hebben; zij werden beschilderd met wapens, verzen en teksten. Aan de westzijde van de kerk is het orgel geplaatst. Het werd in 1802 gekocht en is afkomstig uit de St Baafskerk te Gent. Gebouwd door Piete'r van Pethegem te Gent in 1763 werd het in de Vlaar- dingsche kerk opgesteld door den Utrechtschen orgelbouwer Abraham Meere. In 1936 werd het orgel gerestaureerd, waarbij bleek uit een gevon den inscriptie, dat de pijpen vervaardigd werden door Lambertus van Gent. In het begin der 19e eeuw was de orgelkast lichtgrijs geverfd, welke 101

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschutserie - Boekje 1941-1954 | 1948 | | pagina 109